BSC en HOM Bijlage

Terug naar geopende artikel

Wekowijzer 136 2016

Het moeilijke aspect van de 1 -opening met de diverse varianten op een rijtje:

  1. 1 is non-forcing, mogelijk op een doubleton maar alleen met een 4=4=3=2 verdeling.
  2. 1 is non-forcing, mogelijk op een doubleton met elke gebalanceerde hand, bijvoorbeeld een 3=3=5=2 verdeling omdat de 1-opening een ongebalanceerde hand toont.
  3. 1 is non-forcing, mogelijk op een singleton omdat de 1, 1 en 1-opening een vijfkaart beloven.
  4. 5,6. Als 1, 2 en 3 maar de 1-opening is forcing.

De WBF heeft de Weko laten weten dat de 1-opening in de gevallen 1, 2 en 3 hierboven in het kader van de BSC/HOM-regeling moeten worden behandeld als natuurlijke opening, mits er sprake is van een overigens natuurlijk systeem. Dat wil zeggen dat de 1, 1 en 1-opening natuurlijk moeten zijn en dat in dat geval volgbiedingen door de tegenstanders na zulke 1-openingen niet mogen worden gebruikt als ze geen vierkaart in een bekende kleur beloven.

De WBF heeft daaraan toegevoegd dat het inderdaad bedoeld is dat (sprong)volgbiedingen in de BSC/HOM-regeling strenger worden behandeld dan twee openingen. Een volgbod dat zowel sterke als zwakke varianten kan bevatten is dus BSC.

Wanneer de 1-opening systematisch forcing is, mogen BSC daartegen wel worden gebruikt. Het al dan niet forcing zijn van de opening is in dit geval dus beslissend.

Voor een goed begrip van de wijze waarop de BSC regeling moet worden toegepast geven we hieronder een overzicht van enkele veel voorkomende issues.
  1. Een zwakke twee belooft niet precies een zeskaart. Het is toegestaan om af te spreken dat ook vijf- en zevenkaarten met een zwakke twee of een multi kunnen worden geopend. Dat maakt zo'n opening geen Bruine Sticker conventie. Wel moet je dan vermelden wat je erover hebt afgesproken.

  2. Twee openingen die volgens afspraak zwak zijn en minstens een vijfkaart in de geopende kleur beloven zijn geen BSC. Zulke openingen zijn ook geen BSC als er verdere voorwaarden van toepassing zijn, zoals geen vierkaart in een hoge kleur of minstens een vierkaart in een lage kleur erbij.

  3. Volgbiedingen na natuurlijke openingen op één niveau worden anders (strenger) behandeld dan twee openingen. De aangeduide kleur moet in alle varianten bekend zijn. Een combinatie van een sterke variant en een zwakke variant met andere kleuren is dus niet toegestaan, ook niet als voor alle zwakke varianten een gemeenschappelijke vierkaart bekend is.
    Bijvoorbeeld een 2 volgbod na een 1-opening dat sterk met schoppen of zwak met klaveren is, of een multi 2 volgbod na een natuurlijke 1 -opening.

  4. Twee openingen die volgens afspraak zwak zijn en minstens een vijfkaart in de geopende kleur beloven zijn geen BSC. Zulke openingen zijn ook geen BSC als er verdere voorwaarden van toepassing zijn, zoals geen vierkaart in een hoge kleur of minstens een vierkaart in een lage kleur erbij.

  5. In een systeem waarin 1 en 1 natuurlijk zijn en ten minste een vijfkaart beloven en 1SA een gebalanceerde hand toont, kunnen de lage kleuren openingen vrij worden ingevuld (voor zover ze aan de sterkte-eisen van de HOM regeling voldoen). De afspraak waarin 1 dan minstens een vierkaart hoog belooft en 1 een vierkaart hoog ontkent is zodoende geen HOM.

  6. Een bod na een opening gevolgd door twee passen is geen volgbod en valt dus ook niet onder de beperkingen van de regeling.
  7. Een biedafspraak dat de 1-opening of een vijfkaart harten belooft of een vijfkaart schoppen valt onder artikel 4b van de HOM definitie. Als je meer varianten aan zo'n opening toevoegt blijft het HOM karakter behouden. De Crazy Diamond 1- opening is dientengevolge een HOM. Tenzij expliciet toegestaan door de organiserende instantie van de betreffende wedstrijd mag deze opening niet gebruikt worden.

  8. In het algemeen geldt dat je niet onder het BSC- of HOM-karakter van een afspraak uit kunt komen door er varianten aan toe te voegen.

  9. De in de regeling genoemde HCP ('High Card Points', de bekende 4-3-2-1 puntentelling) hebben geen absolute betekenis. Een afspraak wordt geen BSC als je een singleton boer door een singleton tien vervangt. De wedstrijdleider mag ook speelkracht in beschouwing nemen.

  10. Zogenoemde 'derdehandsjes', zeer zwakke openingen in de derde hand, zijn alleen toegestaan bij een speelkracht van minimaal een heer onder gemiddelde sterkte. Een gebalanceerde hand met drie vrouwen voldoet niet aan dat criterium, een hand met een aas en een heer wel.



Overtredingen van de BSC/HOM-bepalingen.

Wekowijzer 135 2016

De Weko heeft besloten dat er bij parenwedstrijden als volgt met overtredingen van de BSC/HOM-bepalingen moet worden omgegaan:
  1. Het spel annuleren als het bieden nog aan de gang is en dan G+/G- geven.
  2. Anders uitspelen en eventueel een arbitrale score.
  3. In alle gevallen een halve top straf voor de overtredende partij.
De Weko adviseert clubs, districten en toernooiorganisatoren deze regeling over te nemen.

Een paar punten van aandacht.

  1. Om straf te geven moet er wel sprake zijn van verwijtbaar handelen. In elk geval moet duidelijk bekend zijn gemaakt dat de BSC/HOM-bepalingen van toepassing zijn.
  2. Soms blijkt de overtreding pas na afloop. Zolang de termijn om de WL om een beslissing te vragen (92B) nog niet is verstreken, beoordelen of een arbitrale score nodig is en de overtredende partij een halve top straf geven.
  3. Het uitgangspunt bij het toekennen van een arbitrale score na afloop van het spelen is dat iedereen normaal is blijven bridgen, zoals bij het beoordelen van een mogelijke "ernstige fout". Als de overtreders een slechtere score dan G- hebben behaald hoef je aan de score niets te doen.